woensdag 11 juni 2014

Beeldende vorming les 8

Deze les ging over het beeldend probleem. Kinderen worden hierbij zelf aan het denken gezet over hoe ze de opdracht moeten uitvoeren, hun beeldend vermogen wordt hierdoor gestimuleerd. Bij een beeldend probleem heb je een technisch doel (materiaalgebruik) en een beeldend doel.

De volgende onderdelen zijn van belang bij een beeldend probleem:
1. Inleven onderwerp.
2. Doorbreken cliché: blik verruimen.
3. Vertalen van inhoud naar beeld.
4. Experimenteren materiaal/media.
5. Onderzoek de meest geschikte oplossing.
6. Zelfstandig komen tot een authentiek beeld.

De eerste opdracht:
Elk tweetal/groepje kreeg een briefje met daarop een opdracht BV, sommige opdrachten waren al voorzien van een beeldend probleem en andere briefjes moesten veranderd worden totdat er een beeldend probleem ontstond. Onze opdracht was:
Stempel met een ronde kurk en ecoline (kleur naar eigen keuze) stippen in nette rijtjes op een stuk onbedrukt krantenpapier (A3).
Wij vonden het erg lastig om hier een beeldend probleem van te maken maar we hebben er uiteindelijk deze opdracht van gemaakt: stempel met een ronde kurk stippen in de vorm van een slang of stempel met een ronde kurk een feestelijke tekening.

Hierna kwamen een aantal opdrachten waarbij we moesten tekenen met houtskool:




De kubussen: we moesten een boze kubus maken en een onzekere kubus. De werkvorm hiervan was: experimenteren (modern).

De horizon (2x) was gegeven met aanwijzingen en hebben we stapje voor stapje gemaakt: ambachtelijk (klassiek).

De shokkerende kubus is ontwerpen (post-modern).

De laatste opdracht was een stop-motion filmpje maken met schuimrubberstukjes een gekleurd clowntje maken die onmogelijke capriolen uithaalt. Dit is ons filmpje geworden:

Het idee was dat de clowns op een fly-board richting de maan gingen (onmogelijk dus).


Geen opmerkingen:

Een reactie posten