Deze les kregen we uitleg over beeldcultuur. Er ruim genomen 3 periodes:
- Klassieke tijd (ongeveer tot 1870)
In deze tijd was religie heel belangrijk, alles op een schilderij had een betekenis of een symbolische waarde. Ook pronkte de mensen veel met hun geld en met de macht die ze hadden. De opdrachtgevers waren vaak rijke mensen.
- Moderne tijd (na de industriƫle revolutie)
In deze tijd werden de rijken verstoten en kunst wordt praktisch en logisch, iedereen kan het onderwerp zijn. Mondriaan is een beroemde kunstenaar uit deze tijd. Hij bracht alles naar de basis. Al het overbodige moest weg. Dit was ook het beeld in die tijd. Na de eerste wereldoorlog zou alles mooier worden. Ook de kunststroom de Stijl werd opgericht. Opdrachtgevers in deze tijd waren vooral individuele mensen.
- Post- Moderne tijd (vanaf de jaren '70)
In deze tijd ging (en gaat) het vooral om statements maken en entertainment voor het publiek. Opdrachtgevers in deze tijd zijn vooral het publiek.
We kregen allemaal een foto van een schilderij, beeld of gebouw. Deze moesten we in de goede tijd neerleggen en kunnen vertellen waarom.
|
Klassieke tijd |
|
Post- Moderne tijd |
|
Moderne tijd
Hierna moesten we zelf een schilderij opzoeken uit de klasssieke of de moderne tijd.
Dit is een schilderij van Salvador Dali geworden, schilderij analyse in de volgende blog.
|